Helden van de Spaarndammerbuurt
Een project over vrijwilligers in de Spaarndammerbuurt
donderdag 28 juni 2012
Boek & Expositie
vrijdag 11 mei 2012
De presentatie is gepland!
De presentatie is om 14:30uur in buurtcentrum "De Horizon", iedereen is welkom om te komen kijken onder het genot van een drankje.
De onderstaande foto is een portret van Giovanni.
maandag 24 oktober 2011
Henny
Zelf woon ik in de Spaarndammerbuurt. Daar doe ik ook al jaren vrijwilligerswerk. Maar nu kook ik hier, op vrijdag en zondag. Drie gangen voor zes euro, voor ongeveer twintig mensen. Omdat ze dan een dagje niet voor zichzelf hoeven te koken, of omdat het gezellig is om samen te eten. Op vrijdag wordt er eerst gegeten en dan geklaverjast, op zondag is het andersom.
Mijn vrijwilligerswerk begon allemaal met de kaartclub. In buurthuis De Horizon – dat eerst Het Verzet heette – op het Zaandammerplein. Ik vond het leuk om actief te zijn, en werd al gauw bestuurslid van de kaartclub. We kaartten met bijna vijftig mensen, voornamelijk ouderen. Maar dat werden er minder en minder. Veel mensen kwamen niet meer als hun partner was overleden: dan vonden ze het te verdrietig om te komen. Vanwege de herinneringen. Dus die mensen ging ik dan opzoeken, met ze mee naar het ziekenhuis, zulke dingen. Dat zit een beetje in mij, ik ben van nature bezorgd. En daarnaast, wie doet het anders?
Zo ben ik er een beetje ingerold. Ik help mensen met formulieren invullen, met boodschappen. Veel werk? Ach, vrijwilligerswerk is net zo zwaar als je het zelf maakt. Je hebt wel veel te maken met mensen die nare verhalen vertellen over hun leven, misschien wel meer dan bij een gewone baan.
Ik vind het heel erg dat ouderen worden weggestopt in de samenleving. Er wordt bezuinigd op uitjes voor ze, ze worden nauwelijks serieus genomen. En dan heb ik het nog niet eens over mensen die de hele dag in hun eigen urine liggen in verzorgingshuizen.
Kijk... er zijn hier best veel vrijwilligers hoor. Heel veel vrouwen uit de Turkse en Marokkaanse gemeenschap, bijvoorbeeld. Maar sommige ouderen hebben daar een beetje moeite mee. Ze willen liever mensen uit hun eigen kringetje. Tja, niks aan te doen. Nu is er bijvoorbeeld een kookles bezig voor allochtone vrouwen. Misschien willen die ook een keer een avond komen koken voor de ouderen hier, dat zou best heel leuk zijn; alleen vinden veel mensen zulk eten te pittig, ze willen gewoon Nederlands eten. Maar ik vind het lekker. Hier, het begint toch al heerlijk te ruiken nu?"
Kees
Alle meubels en kasten die je ziet in het kantoor en de koffieruimte heb ik gemaakt. Dat vind ik hartstikke leuk, én iedereen is er heel blij mee. De klanten die in Cabana komen, help ik natuurlijk ook. Maar ik heb niet altijd zin om al die verhalen aan te horen. Iedereen is zielig; maar ik vind niemand zielig. Ik probeer wel iedereen te helpen, maar echt helpen kun je toch niet. Ik kan er niks aan veranderen als iemand een rotleven heeft. Ik ben geen psychiater. Maar als iemand eten wil, dan geef ik het.
Ik vind dat mensen in de Spaarndammerbuurt elkaar goed kennen en elkaar helpen. Als ik mijn hondje uitlaat moet ik minstens dertig keer gedag zeggen. Toen het met mij slecht ging was er ook een buurman die mij in de gaten hield.
Wat ik zo vreemd vind: mensen hebben met de hele wereld contact, maar ze kennen de buurman niet. Vroeger hielp iedereen elkaar, want niemand had wat. Misschien komt dat weer terug door de crisis. Dan stromen de kerken misschien ook weer vol."
Elma
"Als er een plantje buiten hangt, ben ik geopend. Bij onze huiskamer ‘Effe bij Moeder an’ kan iedereen binnenlopen voor een kopje koffie – een bakkie troost – of een praatje. Hier kun je even achterover leunen, zonder dat je je rugtas hoeft uit te pakken. De muren zijn geel geverfd – dat heb ik bewust zo uitgezocht. Geel is goed voor de psyche. Je wordt er warm en blij van.
Ik heb de huiskamer opgericht omdat ik merkte dat veel mensen in de Spaarndammerbuurt tussen wal en schip vallen: ze zijn te goed voor de hulpverlening, maar echt op eigen benen staan vinden ze ook moeilijk.
Ik vind het fijn om mensen het gevoel te geven dat ze veilig zijn.
Het is leuk om te zien dat bezoekers kleine dingetjes voor elkaar gaan doen: een kopje thee inschenken, of een praatje maken. Je kunt zwaar psychiatrische of depressieve mensen niet helpen. Ze moeten het zelf doen. Zelf eruit komen. Je kunt er alleen maar voor ze zijn.
Ik ben als vrijwilliger begonnen, nu krijg ik voor 24 uur per week betaald. Daarnaast doe ik de intake van de Voedselbank er vrijwillig bij. Twee keer per week wordt er gekookt. Door de bezoekers. En ook kun je langskomen met Oud en Nieuw, en op Tweede Kerstdag. Op kerstavond is er ook een kerstdiner.
Ik krijg er wel een goed gevoel van als ik zie hoe blij mensen ervan worden.
Natuurlijk maak ik ook rare dingen mee. Een bezoeker dreigde om mijn zoon te vermoorden. Maar dan weet je: die is ziek, hij kan er niks aan doen. Toen heb ik hem streng toegesproken, toen was het klaar. De meeste gekken, zo noem ik ze maar even, zijn de gevoeligste soort mensen. Daar moet je heel voorzichtig mee zijn.
Ik weet niet of ik hard ben geworden. Of streng. Het gaat om duidelijkheid. Laat elkaar in je waarde, hang geen lange treurverhalen op. Dat mag wel, maar dan lopen we een blokje om. Ik vind het ook niet nodig om spelletjes te organiseren of therapeutische dingen te doen; dat kan wel ergens anders. Dit is gewoon hun huiskamer, punt. Verder niks."
Bekijk hier een uitzending uit 2009 over Elma en het huiskamerproject aan de Knollendamstraat:
Tineke
"Voor de bezoekers van Casa Migrante vertaal ik officiële documenten. Het gaat meestal om notariële aktes, geboorteaktes, zulke dingen. Ik vertaal die uit het Spaans naar het Nederlands. Anders accepteert de gemeente ze niet. De vertalingen maak ik thuis. Vrijdag haal ik de aktes op, en maandag lever ik ze weer in. Omdat ik zo dichtbij woon kom ik daarbuiten ook regelmatig langs.
Elke maand komen ongeveer vijftig Spaanstalige migranten om hulp vragen bij Casa Migrante. En allemaal hebben ze hun eigen verhaal. Ze komen voor een kopje koffie, maar ook voor hulp, voor vragen, voor de psycholoog of voor Toos, de pastoraal medewerkster. Je kunt wel zeggen: die mensen moeten Nederlands spreken, maar dat lukt nu eenmaal niet van de een op de andere dag.
Vind ik het vanzelfsprekend om gratis te vertalen? Nou ja, wat zal ik zeggen. Ik vind het vertalen geen vervelend werk. Het is wel een klus, maar het is fijn om mensen daarmee te helpen. Ik ben beëdigd vertaler, zodat het officiële documenten worden. Ander tolk- of vertaalwerk doe ik niet.
Casa Migrante is opgericht in 1961, door de pater Karmeliet Theo Beusink. Hij had destijds zijn huis aan de Johannes Verhulststraat opengesteld voor Spaanse migranten. Met de Spanjaarden praten was een leuke oefening voor studenten Spaans, zoals ik toen was. Advertenties doornemen, vacatures voorlezen of woonruimte helpen zoeken. Ik ben heel trouw in dingen, dus ik ben blijven hangen. In 1998 is CM verhuisd naar de pastorie van de Magdalenakerk aan de Spaarndammerstraat. Nu ben ik bestuurslid.
Ik ben opgegroeid in Heiloo, en kwam in Amsterdam toen ik ging studeren. Mijn vader speelde trouwens orgel, als hobby, in de toenmalige Magdalenakerk in de Spaarndammerstraat. Toevallig hè?
Ik vind het een fijne buurt. Het is een soort eilandje, omdat het van de rest van de stad afgescheiden is door het spoor. Ik heb niet echt heel veel contact met buurtgenoten, alleen via het vrijwilligerswerk. Er waren altijd al heel veel buitenlanders, Turkse en Marokkaanse slagers en groentewinkels. Nu komen er ook steeds meer eettentjes voor de studenten die in de Houthavens wonen, of chique winkels voor de yuppen in de koopwoningen."