
Alle meubels en kasten die je ziet in het kantoor en de koffieruimte heb ik gemaakt. Dat vind ik hartstikke leuk, én iedereen is er heel blij mee. De klanten die in Cabana komen, help ik natuurlijk ook. Maar ik heb niet altijd zin om al die verhalen aan te horen. Iedereen is zielig; maar ik vind niemand zielig. Ik probeer wel iedereen te helpen, maar echt helpen kun je toch niet. Ik kan er niks aan veranderen als iemand een rotleven heeft. Ik ben geen psychiater. Maar als iemand eten wil, dan geef ik het.
Ik vind dat mensen in de Spaarndammerbuurt elkaar goed kennen en elkaar helpen. Als ik mijn hondje uitlaat moet ik minstens dertig keer gedag zeggen. Toen het met mij slecht ging was er ook een buurman die mij in de gaten hield.
Wat ik zo vreemd vind: mensen hebben met de hele wereld contact, maar ze kennen de buurman niet. Vroeger hielp iedereen elkaar, want niemand had wat. Misschien komt dat weer terug door de crisis. Dan stromen de kerken misschien ook weer vol."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten